De zon had zich al diverse weken niet laten zien. Het najaar was grijs en geruisloos overgelopen in de winter. Het aanhoudende grauwe weer drukte op menig persoon. Velen liepen somber rond in de led-verlichte dagen voor kerst, het hoofd diep neergebogen.
Govert Draaiman, de Groningse gedeputeerde Economie, Mijnbouw en Grond, stapte op station Den Haag Centraal goedgemutst in de intercitytrein die hem rechtstreeks terug zou brengen naar Groningen. Het weer had geen vat op de bestuurder, zeker niet na de laatste dagen in Den Haag. De trein was ongewoon vol voor het tijdstip, maar dit deerde hem niet; in de eerste klas was voldoende ruimte. Het was negen uur in de avond.
Draaiman was blij gestemd, maar moe. Hij had drie intensieve dagen doorgebracht in Den Haag. Die dagen waren volgepropt met overleggen, lunches, diners en borrels. Het doel: zijn plannen voor de toekomst van de provincie Groningen voorzien van een nationale verankering. Want zonder medewerking uit Den Haag zou het niet lukken. Tevreden blikte hij terug. Hij had de belangrijkste spelers aan zijn kant. De juiste ministers, de juiste partijen en de minister-president. En, cruciaal: de topambtenaren van de ministeries die hij nodig had.
Zijn driedaagse campagne in Den Haag kende een lange, uiterst zorgvuldige voorbereiding. Niets kon aan het toeval worden overgelaten. In een relatief korte periode dienden de juiste personen op het juiste moment gesproken te worden, in de juiste volgorde en in de juiste omstandigheden. Onder zijn strakke en strenge regie was het gelukt. Zijn kleine team, bestaande uit zijn persoonlijke adviseur Britt Zuller en zijn woordvoerder Derk Tjam, had hard gewerkt om het mogelijk te maken. Hij zou ze voor de kerst nog met een fraaie bonus belonen. Heel soms had hij aan hun loyaliteit getwijfeld, omdat hij af en toe een aarzeling bij hen merkte. Een kleine vertraging. Draaiman schreef het maar toe aan hun relatieve jeugdigheid. Het was nou eenmaal een andere generatie waar hij mee samenwerkte.
Het Haagse licht stond nu op groen. En: de voor zijn plannen bedoelde grond in de Groningse Emmapolder was binnen. Het laatste benodigde stuk was onlangs gekocht van Bent Bykema, die het land had overgenomen van de koppige Jens Boukema. Draaiman had natuurlijk gehoord hoe Jens aan zijn einde was gekomen. Met veel te veel drank in zijn lijf gestorven in een mestsilo. Wodka, zo ging het verhaal. Bent Bykema had hem verzekerd dat hij niets met Jens’ dood te maken had gehad. Althans niet rechtstreeks. Draaiman geloofde hem. Toch was er iets vreemds aan de hand. Want wie had de hulpdiensten gebeld met de melding dat Jens in de silo was gevallen? Hij had te horen gekregen dat een vrouw in gebrekkig Engels de brandweer en de ambulancedienst had gealarmeerd. Maar niemand wist wie die vrouw was of waar ze was gebleven. Bykema had wel eens gehoord dat Jens een vriendin had uit het voormalige Oostblok, maar meer wist hij ook niet. Het zal, meende Draaiman; niets om te vrezen.
Draaiman had aan het begin van zijn Haagse rondgang vertrouwen gehad in een voor hem gunstige uitkomst, maar helemaal zeker kon hij daarvan niet zijn. De Haagse politiek was grillig, en in zijn ogen – zeker vergeleken met zo’n dertig jaar geleden – wat kinderlijk. Voor je het wist was er weer een ruzie ontstaan rond de politieke zandbak, breed uitgemeten in de sociale media met de nodige beledigingen en inhoudsloze oneliners. Als dat rondom zijn plannen voor Groningen zou gebeuren, dan kon hij de uitvoering wel vergeten. Zo moest het niet gaan. Hij moest zijn project kunnen lanceren als een voldongen feit. Goed voorbereid. Geen discussie vooraf. Helaas zouden er, als de besluiten formeel waren genomen, de nodige bezwaren worden ingediend en zou hij met zijn eigen ambtenaren vaak naar de Raad van State moeten om tekst en uitleg te geven, maar hij ging ervan uit dat dit vooral tijd zou kosten. Van uitstel zou geen afstel komen.
Het was Draaiman de afgelopen dagen in Den Haag steeds gelukt zijn grootste troef uit te spelen: de cruciale, monumentale rol die hij speelde in het zoveel mogelijk openhouden van de Groningse gasputten. Als iedereen riep: ‘Geen Gronings gas meer,’ dan was hij degene die het bij de juiste personen en instanties – ook in de provincie – toch voor elkaar kreeg dat de kleine velden open bleven. Zorgen om de veiligheid? Het was Draaiman die ooit, in een grijs verleden in een torentje in Den Haag, het woord ‘leveringszekerheid’ had bedacht. Is het niet de bedoeling dat in de Waddenzee gas wordt gewonnen? Het gaat toch gebeuren, als Draaiman wordt ingeschakeld. Hij opereerde steeds achter de schermen, in de schaduwen van de wandelgangen en in de beslotenheid van achterkamertjes.
Hij reisde al jaren rond om te zorgen dat het Groningse gas deed wat het moest doen: veel geld opbrengen. De staatskas spekken. Het was Draaiman die met enkele juristen ongekend ingewikkelde bestuurlijke structuren had bedacht, om de schadeafwikkeling zoveel mogelijk te frustreren. Draaiman verdeelde en Draaiman heerste, in nationaal belang, zowel buiten als binnen de provincie.
Sommigen vermoedden zijn kwalijke rol in het geheel, maar de meesten – de Groningers in het bijzonder – lieten zich al jaren door hem om de tuin leiden en gaven hem steeds het voordeel van de twijfel. Was het niet Draaiman die altijd voorop liep bij protesten tegen de gaswinning? Was het niet Draaiman die moedeloos zijn hoofd schudde op de publieke tribune, bij de Haagse gasdebatten? Was het niet Draaiman die de pers machteloos te woord stond als er weer een beving was geweest? Alles was zorgvuldig geregisseerd en perfect geacteerd.
Nu naderde zijn pensioen, en wilde hij zoals iedere bestuurder die er toe doet iets van hemzelf aan de wereld nalaten. Zijn unieke plan voor de provincie Groningen. Project Jupiter. Nooit had hij iets teruggevraagd voor zijn rol in de gaswinning. Een beloning als een benoeming tot burgemeester, commissaris van de koning of minister had hij steevast afgewezen. Maar nu was eindelijk de tijd gekomen om te incasseren. In de afgelopen drie dagen had hij zijn beloning veilig gesteld. Zeker: velen in Den Haag waren verbaasd geweest over zijn plannen. Menigeen had hem voor gek verklaard. Maar ze konden niet anders dan Draaiman zijn zin geven. Hij wist teveel, en zou het land destabiliseren als hij een boekje open zou doen over zijn rol. Hij was de spreekwoordelijke spin in het web. Om hem te laten zwijgen, en om hem te belonen, mocht hij zijn plannen gaan uitvoeren.
Tegen kwart voor twaalf stapte hij in Groningen uit de trein. Via de H.N. Werkmanbrug liep hij onder een donker, nachtelijk wolkendek naar het centrum, naar café De Witte Kraai. Daar wachtten Britt en Derk, met wie hij het succes zou vieren.